www.dichtbij.nl dinsdag, 20 december 2011   

Naast een groot aantal tegenstanders hebben ook onafhankelijke adviseurs van de Raad van State vraagtekens gezet bij het aanleggen van bedrijventerrein Distriport Noord-Holland tussen Berkhout en Avenhorn. Het oordeel van de adviseurs is maandag openbaar gemaakt bij een zitting van de Raad in Den Haag.

Het bedrijventerrein voor transport- en distributiebedrijven komt vlakbij snelweg A-7 te liggen naast recreatiepark Westerkogge en dichtbij de bebouwde kom van Berkhout. Vanuit die hoek komen ook de meeste bezwaren tegen het bestemmingsplan dat de aanleg van het bedrijventerrein mogelijk maakt.

De bewoners, onder meer verenigd in Belangengroep Berkhout is Boos!, vinden de aanleg een ongewenste ontwikkeling en vinden de noodzaak van het terrein niet aangetoond.

Ook de eigenaren van een aantal windmolens in de nabijheid van het geplande bedrijventerrein en in het plangebied maken bezwaar. Ze zijn bang dat hoge bedrijfsbebouwing de windvang van hun turbines verstoort, waardoor die minder energie opleveren.

Risico
De raadsadviseurs komen na een onderzoek tot het oordeel dat het effect van hoge bebouwing op de windmolens verwaarloosbaar is. Wel vinden ze dat er enig risico bestaat om rond de windmolens veel mensen te laten verblijven. Bij een calamiteit, waarbij bijvoorbeeld een rotorblad kan afbreken, kunnen dan slachtoffers vallen. Het bestemmingsplan sluit bebouwing, zoals een restaurant, binnen de gevarenzone niet uit. Ook een LPG-station, dat door het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, ligt niet in een geheel veilig gebied.

Over de noodzaak heerst bij de raadsadviseurs ook twijfel. Of er feitelijk behoefte bestaat aan dit regionale bedrijventerrein voor transportbedrijven, is volgens de adviseurs niet hard gemaakt. De gemeente Koggenland wijst op het feit dat de provincie al eerder heeft aangegeven dat het bedrijventerrein er moet komen. De gemeente wijst er ook op dat eigen behoefteonderzoek heeft aangetoond dat het bedrijventerrein wel degelijk kan worden gevuld.

Het toekomstige verkeer en de daaraan verbonden verwachte luchtkwaliteit zijn volgens de adviseurs geen probleem. Aan de eisen voor luchtkwaliteit kan worden voldaan en de opwaardering van de N 243 naar de N 23 (de Westfrisiaweg) zorgt voor minder stagnaties. Daarom hoeft volgens de adviseurs ook niet te worden gevreesd voor sluipverkeer door de omliggende dorpen.

De gevolgen voor het recreatiepark zijn niet mis. Het vrije uitzicht vanaf het park vervalt. Het verkeerslawaai bij de recreatiewoningen is aanvankelijk niet uitgebreid door de gemeente onderzocht, later wel. Maar dit aanvullende onderzoek roept volgens de raadsadviseurs weer vragen op.

Opmerkelijk is wel dat de gemeente meerdere aanvullende onderzoeken heeft laten doen naar de effecten van het bedrijventerrein. Dat is gebeurd na vaststelling van het bestemmingsplan. Mogelijk oordeelt de Raad van State dat deze werkwijze niet deugt en dat het plan moet worden vernietigd. De gemeente pleitte voor behoud van het plan, omdat de aanvullende onderzoeken zouden bewijzen dat het bestemmingsplan aanvaardbaar is.

De Raad oordeelt binnen enkele maanden.


BRON : www.dichtbij.nl 

 
Volg ons op Twitter
Vind ons op Facebook