GS-besluit is ook een 'zacht plan?'
Gedeputeerde Staten hebben besloten de ‘zachte plannen’ voor bedrijventerreinen in West-Friesland te bevriezen. Maar de gemeente Koggenland meldt dat de plannen voor Distriport gewoon doorgaan. Hoe zit het nu? Onzin en feiten verklaard.
ONZIN verklaard
Fouten in persbericht Koggenland
In een persbericht van de gemeente Koggenland en een artikel in het NHD van 7 februari 2009 staan diverse onjuistheden:
- * De provincie bevriest een aantal zogenaamde zachte plannen waarvoor nog een procedure gevoerd moet worden’, meldt Koggenland.
Feit: Het GS-besluit d.d. 3 februari 2009 is veel concreter en definieert zachte plannen als ‘plannen waarvoor nog geen ontwerp bestemmingsplan ter inzage is gelegd’. Dat is voor Jaagweg niet gebeurd.
- * Distriport is in het streekplan aangewezen’, meldt Koggenland.
- Feit: In het streekplan is geen aanwijzing voor Jaagweg geweest, het streekplan is alleen faciliterend. Een ‘aanwijzing’ door de provincie heeft een heel andere status en dat is voor Jaagweg niet het geval.
- * Nieuwe behoeftecijfers zijn input geweest voor de nieuwe structuurvisie voor Noord-Holland Noord.’, meldt Koggenland.
- Feit: De structuurvisie moet nog gemaakt worden, deze zal naar verwachting pas in het najaar van 2009 door PS worden vastgesteld.
- * De gekozen aanpak (voor de mer) heeft ervoor gezorgd dat de landelijke commissie mer zich achter de opzet van Distriport kan scharen.’, meldt het NHD.
- Feit: De commissie mer heeft het mer-rapport nog niet onder ogen gehad en kan zich dus niet hebben uitgesproken over de opzet. Eerst moet de gemeenteraad beoordelen of het milieueffectrapport voldoet aan de richtlijnen. Daarna ligt het rapport zes weken ter visie en kan iedereen zijn mening geven. Vervolgens gaat het rapport naar de commissie mer voor advies. Dat advies is geen inhoudelijk oordeel over het plan, maar een toetsing aan de richtlijnen die de commissie in maart 2008 heeft opgesteld, zodat bestuurders een goed besluit kunnen nemen. Dus: de commissie zàl zich ook nooit ‘achter de opzet scharen’. Dat is haar taak niet. Meer informatie over de procedure staat hier.
Ernstig en vreemd
Koggenland beweert dus diverse onjuistheden. Dat is ernstig. Bovendien is het vreemd dat juist de gemeente met deze verklaringen komt. Koggenland heeft immers altijd verklaard dat zij niet betrokken is bij de ontwikkeling van Jaagweg. Het zou logischer zijn als de initiatiefnemers - de projectontwikkelaars – informatie zouden geven. Of eventueel de provincie, als opdrachtgever. Spreekt Koggenland voor haar beurt?
Koggenland toch betrokken?
Of is Koggenland toch nauwer betrokken bij het project dan zij beweert? Gedeputeerde Hooijmaijers heeft immers op 16 september 2008 in een brief aan Provinciale Staten gemeld dat de provincie de gronden voor Jaagweg die zij in bezit heeft ‘zal doorleveren aan de samenwerkende partijen, Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland-Noord, de ontwikkelaars (De Peyler en Zeeman) en de gemeente Koggenland. (…) De samenwerkende partijen hebben met deze voorwaarden ingestemd .’ Heeft Koggenland zich dan toch verplicht om gronden voor Jaagweg aan te kopen? En loopt zij nu grote financiële risico’s?
FEITEN verklaard
Overschot bedrijventerreinen moet leiden tot bevriezing Jaagweg
Uit onderzoeken door onafhankelijk bureau Ecorys blijkt dat in West-Friesland een overschot aan bedrijfsgrond dreigt van tussen 53 en 102 ha in 2020. In de nabije regio van Jaagweg is op korte termijn 292 ha bedrijfsgrond beschikbaar. In heel Noord-Holland is op korte termijn 607 ha grond bestemd voor distriebutieparken. Dat zijn ‘harde’ plannen waarover al beslissingen genomen zijn. Jaagweg is in deze berekeningen niet eens meegenomen, want dat is een ‘zacht plan’ dat nog in de studiefase is. GS heeft besloten om als gevolg van het overschot de zachte plannen in West-Friesland te bevriezen. Dat kan niet anders inhouden dan dat Jaagweg in de ijskast gaat. En hopelijk voor altijd. Want het kan toch niet zo zijn dat GS-besluiten ook ‘zachte besluiten’ zijn?
Hieronder lichten we de feiten nader toe:
GS-besluit: zachte plannen in West-Friesland bevriezen
Op 3 februari 2009 heeft Gedeputeerde Staten besloten:
- * regie te voeren op de planning en realisatie van bedrijventerreinen, gebaseerd op de SER-ladder (2b)
- * bij dreigend overaanbod zachte plannen, waarvoor nog geen ontwerp bestemmingsplan ter inzage is gelegd, te zullen bevriezen (2c)
- * in te stemmen met de behoefteramingen voor nieuwe bedrijventerreinen en deze als bouwsteen te gebruiken voor de Structuurvisie (6)
- * te constateren dat de overmaat aan plancapaciteit in West-Friesland aanleiding is om de zachte plannen te bevriezen (7).
Regels voor bedrijventerreinenplanning: SER-ladder
De SER-ladder schrijft voor dat bij de planning van nieuwe bedrijventerreinen als volgorde wordt toegepast: eerst oude terreinen herstructureren, daarna meervoudig ruimtegebruik toepassen, daarna eventueel nieuw terrein aan bestaande terreinen toevoegen en pas als laatste stap een nieuw solitair bedrijventerrein aanleggen. Bij toepassing van de SER-ladder is de lokatie Jaagweg de allerlaatste mogelijkheid om een nieuw terrein in de regio aan te leggen. De SER-ladder is ontwikkeld door de Sociaal-Economische Raad en is door de Ministers van VROM en EZ bij Algemene Maatregel van Bestuur voorgeschreven aan provincies en gemeenten.
Huidige stand van zaken rond plannen
In de Monitor bedrijventerreinen Noord-Holland zijn de plannen voor bedrijventerreinen in kaart gebracht. Daaruit blijkt:
- * In de omgeving van Jaagweg is minimaal 292 ha aan ‘harde’ plannen voor bedrijfsgrond beschikbaar: Wieringermeer Agriport A7 43 ha, Purmerend Baanstee-Noord 81 ha, Wieringermeer Robbenplaat 86 ha, Alkmaar Boekelermeer 82 (p. 8-10). Er is in de nabije regio dus volop ruimte voor nieuwe bedrijven.
- * In Noord-Holland is 30% (185 ha) van de terstond uitgeefbare grond bedoeld voor distributieparken en 37% (422 ha) van de niet-terstond uitgeefbare grond (p. 8-10). Er is dus in de hele provincie op korte termijn 607 ha gereserveerd voor distributieparken. Daar is Jaagweg niet bijgerekend. Wie heeft er nàdat deze 607 ha gevuld zijn met nieuwe (!) transportbedrijven nog behoefte aan Jaagweg?
- * Jaagweg is een ‘zeer zacht plan’ omdat het nog in de studiefase verkeert en in het begin van het plannningstraject is (p. 10-11). Volgens het GS-besluit moet het dus bevroren worden.
Behoefte aan bedrijfsgrond in de toekomst
In de Kwaliteitsmatch Vraag en Aanbod bedrijventerreinen Noord-Holland Noord wordt de behoefte aan bedrijfsgrond vergeleken met de plannen. Men verwacht in West-Friesland een planningsoverschot van 53 tot 102 ha in 2020 (p. 12). In 2020 zal dus mogelijk tussen de 50 ha en misschien zelfs meer dan 100 ha bedrijfsgrond onverkocht zijn. Dat zijn dan braakliggende gronden die nergens anders meer voor benut kunnen worden. Daarom beslist de provincie om plannen die nog niet ‘hard’ zijn, te bevriezen.
Aanvullende informatie:
Persbericht KGL
GS-besluit 3 februari 2009
Structuurvisie website PNH
Richtlijnenadvies commissie MER
Procedure MER
Memo Hooijmaijers
SER-ladder
Bedrijventerreinenmonitor
Kwaliteitsmatch
|