BERKHOUT - Namens het college van Wester-Koggenland heeft burgemeester Sipkes 2 september het woord gevoerd over een regionaal bedrijfsterrein aan de Jaagweg in Berkhout.
Hij deed dat bij de provinciale commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting (ROV). Voordat de provincie hierover besluit neemt wilde hij het standpunt van de gemeente uiteenzetten. Na alle overleg, correspondentie en publiciteit, onder andere met en door de belangengroep Berkhout is Boos!, wilde hij duidelijk stellen: Wester-Koggenland wil liever geen regionaal bedrijfsterrein, niet in de hoek Jaagweg/A7 en al helemaal niet in de Leekerlanden!!

Hieronder volgt de toespraak van burgemeester Sipkes van Wester-Koggenland:

“Zowel bij de provincie, de pers als de burgerij heerst een hardnekkig misverstand dat de gemeente op genoemde locaties een bedrijventerrein wil. Ik hoop vandaag dat misverstand uit de weg ruimen.
Laat ik ook het misverstand uit de wereld helpen dat de gemeente Wester-Koggenland spontaan en helemaal uit zichzelf de lokatie Jaagweg/A7 als regionaal bedrijventerrein heeft aangeboden. 

Geen sprake van!!! 
Het ontwerp-ontwikkelingsbeeld werd begin dit jaar door ons gemeentebestuur (ook op het punt van regionale bedrijfsterreinen) met veel instemming begroet. Zowel de locatie Leekerlanden als de hoek Jaagweg/A7 werden daarin als uitsluitinggebied aangegeven.

In april bereikten ons duidelijke signalen, dat Gedeputeerde Staten op het punt stonden op de valreep het uitsluitinggebied Leekerlanden tot regionaal bedrijventerrein te bombarderen. Er was alleen nog verwarring over het juiste kaartmateriaal en de juiste locatie langs de A7. Ook vanuit de regio, en vanuit het bedrijfsleven werd de roep om een bedrijvenlocatie langs de A7, in de Leekerlanden sterker.
Dat werd dus Regio, Bedrijfsleven en Provincie, onder die druk hebben wij geprobeerd het gevaar voor de Leekerlanden af te wenden. Dat kon alleen als er een alternatief gevonden werd. Dat alternatief lag al min of meer opgesloten in het concept-ontwikkelingsbeeld zelf. Daarin werd de hoek Jaagweg/A7 aangeduid als zoeklocatie na 2014. Wij hebben vervolgens gezegd dat deze locatie bespreekbaar was (brief d.d. 4 mei 2004) 

Wij zijn dus, zeer tegen ons zin, gezwicht, hebben voorwaarden aan ons aanbod verbonden en als wij vervolgens van de provincie vernemen dat die druk er nimmer is geweest, dan hebben wij ons kennelijk vergist en nemen wij ons "zogenaamde spontane aanbod" even spontaan en met veel meer genoegen als toen we het aanbod deden, weer terug. 

Laat er derhalve geen enkel misverstand over bestaan dat onze gemeente verre de voorkeur geeft aan een Streekplan waarin zowel de Leekerlanden als de hoek Jaagweg/A7 als uitsluitinggebied  zullen zijn opgenomen.
Wij doen dan ook een zeer dringend beroep op u / provinciale staten om het conceptontwikkelingsbeeld, waarin deze locaties na een zeer zorgvuldige en uitgebreide procedure ook als uitsluitinggebieden waren opgenomen, op dit punt ook als Streekplan vast te stellen.

Dat is onze eerste en absolute voorkeur.

Mocht onverhoopt blijken dat de door ons gesignaleerde krachten toch in de richting gaan van het aanwijzen van een regionaal bedrijventerrein op ons grondgebied dan moge uit hetgeen ik hier namens het college van burgemeester en wethouders naar voren heb gebracht, blijken dat wij daar absoluut niet van harte mee instemmen maar dat wij ons daar slechts op basis van realiteitszin en in het belang van de regio niet tegen zullen verzetten. We hebben daarom ook
gezegd dat de Jaagweg bespreekbaar was, maar wel onder de volgende voorwaarden:

1. het besluit van Provinciale Staten mag uitsluitend het gebied hoek Jaagweg/A7 betreffen zoals aangegeven in onze brief met situatieschets aan Provinciale Staten van 24 juni 2004;
2. de ontwikkeling van het regionale bedrijventerrein zal niet mogen leiden tot grenswijziging van onze gemeente;
3. de Leekerlanden dienen overeenkomstig de bij onze brief van 24 juni 2004 overgelegde situatieschets in het Streekplan als uitsluitingsgebied te worden opgenomen;
4. bij voorkeur zou het besluit van Provinciale Staten moet worden aangemerkt als een "concrete beleidsbeslissing" en dit zou ook als zodanig in het Ontwikkelingsbeeld opgenomen moeten worden, zodat onderbouwing, motivering en procedure afdoende door de provincie worden geregeld; de wet op de Ruimtelijke Ordening voorziet ook nadrukkelijk in deze mogelijkheid.

Wij hebben begrepen dat GS geen CBB wil. Hun argumentatie daarover delen wij niet, maar mochten zij daaraan vasthouden dan willen wij minimaal een aantal inhoudelijke elementen uit de CBB gewaarborgd zien. Het gaat ons om:

1. een inventarisatie van nut en noodzaak alsmede volgorde, fasering en spreiding over de regio. Wij voelen niets voor lege bedrijfspanden, er moet behoefte zijn.
2. ook willen we helder hebben welke steun er vanuit de regio is, en wat wij van de provincie mogen verwachten. Het opstellen van een vanuit het Streekplan voortvloeiende regionale bedrijventerreinenvisie, is daarvoor wat ons betreft een goed instrument. Inhoudelijk zal datgene wat in deze visie vastgelegd wordt maatgevend zijn voor onze medewerking aan de eventuele ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein Jaagweg/A7.
    

Ten slotte nog iets over de Belangengroep Berkhout is Boos. Uiteraard beseffen wij dat binnen onze gemeente onrust is ontstaan over deze gang van zaken. Wij hebben daar begrip voor omdat de eventuele ontwikkeling van een bedrijventerrein in een groen gebied door burgers veelal niet met gejuich zal worden ontvangen, te meer daar in het ontwerp-structuurplan van de gemeente dit gebied ook als agrarisch groen gebied werd aangegeven. Ook hieruit blijkt duidelijk dat ons voornemen niet gericht was op een regionaal bedrijventerrein maar de geschetste ontwikkelingen ons op de valreep anders hebben doen besluiten.

Bron : Webregio  9 september 2004